In 1954 heeft Maslow vier fasen benoemd in het je eigen maken van nieuwe kennis, vaardigheden of competenties.
In de eerste fase ben je onbewust onbekwaam. Je weet niet wat je niet kan (of onvoldoende) en je bent je dus ook niet bewust van het feit wat je kan ontwikkelen.
Door bijvoorbeeld het volgen van een training of door gesprekken met collega’s/vrienden, word je je bewust dat je iets mist of bij zou kunnen leren. Je komt nu in de tweede fase, je bent bewust onbekwaam.
Wanneer je met deze nieuwe informatie gaat oefenen, dan kom je in de derde fase: je bent bewust bekwaam. Je gaat bewust aan de slag om kennis en vaardigheden eigen te maken en zo ‘bekwaam’ te worden.
Oefening baart kunst en op het moment dat je de nieuwe kennis en vaardigheden laat zien zonder dat je jezelf ervan bewust bent, dan ben je onbewust bekwaam.
De kracht van de herhaling: van onbewust onbekwaam naar onbewust bekwaam.
