Bij de start van een training of een specifiek trainingsonderdeel start je met een INTRO. Deze INTRO zorgt ervoor dat het helder is voor je deelnemers wat ze precies gaan leren en wat er van hen verwacht wordt. Zij kunnen daardoor hun aandacht richten op datgene wat belangrijk is: wat jij ze wilt leren!
I: Interest
Hoe heb je de aandacht van de groep?
Trek de aandacht van de groep met bijvoorbeeld een prikkelende stelling, afbeelding, video of een statement.
N: Need
Welk nut heeft het trainingsonderwerp voor de deelnemers?
Motiveer je deelnemers door aan te geven wat ze aan het onderwerp hebben of middels een mooi voorbeeld van het toepassen van het geleerde (Na afloop van de training kun je dit!).
T: Time
Hoe veel tijd kost dit trainingsonderdeel?
Geef aan hoelang de training of het trainingsonderdeel duurt. Voeg hier aan toe wat ze in die tijd gaan doen. Bijvoorbeeld we starten met de uitleg van 15 minuten over de theorie, vervolgens gaan we deze 30 minuten met elkaar in de praktijk brengen middels een aantal challenges. De deelnemers weten dan wat ze kunnen verwachten.
R: Response
Wat verwacht je van de je deelnemers tijdens de training/het komende trainingsonderdeel?
Wil je bijvoorbeeld dat je deelnemers actief met elkaar aan de slag gaan, moeten zij vragen formuleren of mogen ze luisteren? Formuleer dit zo concreet mogelijk.
O: Objectives
Wat kunnen we de deelnemers na afloop?
Geef aan wat de deelnemers na afloop van de training of het komende trainingsonderdeel kunnen met de aangeleerde nieuwe kennis of vaardigheden. Op die manier houden de deelnemers focus op datgene wat belangrijk is. Overbodige informatie wordt gemakkelijker weggelaten. Geef bijvoorbeeld aan wat de leerdoelen of vragen zijn die worden behandeld. Je kunt hier ook aansluiten op persoonlijke leerdoelen en/of wensen.